Baanstatus

Laatst bijgewerkt op:
Lus
Qualifying
Buggies
Trolleys
Wintergreens
Wintertees

Jong en oud op Amelisweerd

Jong en oud op Amelisweerd

Niet onverwacht, in mei, bijna juni, maar er zijn nogal wat kleintjes te zien op Amelisweerd. Om een overdosis aan ‘schattigheid ‘te voorkomen, een kleine greep. Om te beginnen, dit jaar voor het eerst door mij waargenomen, mee-golvende kleintjes op hole 7, weliswaar in een wagen, maar toch.

Heb geen blik kunnen slaan op de inhoud, misschien was het bedoeld voor deze familie:

Op verschillende plekken door de baan waren rietzanger en kleine karekiet goed te horen, en soms even te zien (zie onder). Kleine karekieten komen wat later in de maand terug uit het zuiden, en vertrekken ook weer later dan andere trekkers. Hun nestjes zijn dus ook later dan mei. In juli en augustus kan de kleine karekiet er nog zijn, oppassen dus met rietmaaien.

Aan de zang te horen zijn er nog veel vogels, maar het dichte bladerdek maakt waarnemen moeilijk. Tuinfluiter en zwartkop zijn nog steeds zingend aan de boskant van hole 8. Diverse spelers hebben een koekoek gehoord, meestal aan de Bunnik side van de baan. Ik zou hem graag vastleggen, maar ze zijn moeilijk te vinden. Mijn vogelzang herkenner (Merlin) gaf zelfs een blauwborst aan, en een kneu. Vogels waarvoor ik meestal naar Texel ga…

Bloemen zijn niet mijn deskundigheid, maar opvallend is toch de fraaie rietorchis, langs de waterkant, vooral bij de enige vijver die niet (nooit?) in het spel is. Er bestaat een gewone en een gevlekte rietorchis. Er zijn leden op de baan die hier alles van weten, zoals Andreas Crebolder. Hoe de naam ook is, het zijn prachtige bloemen, let ook op de bladeren en stengel, die mooi bruin getekend zijn, althans bij de Dactylorhiza praetermissa subsp. praetermissa, de gevlekte rietorchis. Deze soort komt op de baan het meeste voor, aldus Andreas.

Ook ‘gewone’ beesten of planten verdienen aandacht. De spreeuw, bij voorbeeld, is een bekende vogel en volop aanwezig, een enkele keer zelfs met duizenden in zwermen, in najaar en winter. Spreeuwen lijken saai van uiterlijk, maar zijn zeer fraai bespikkeld. Onderstaande spreeuw is jong, wat te zien is aan de nog net bruine rand van de handpennen, die nog kort zijn. Ook de staart is nog kort. Spreeuwen hebben vaak 2 nesten per jaar, 5 eieren per nest, duur gem. 12 dagen, en dan nog verzorging van 19-24 dagen. Dat verklaart de zwermen, elke spreeuw gemiddeld 5 -10 nakomelingen per jaar…

Nog meer jeugd op de baan: de bescheiden waterhoentjes hebben warempel jongen, ik zag twee oudere dieren, apart, beide met jongen.  Te schuw om zich te laten fotograferen. En de schapen, een grote verbetering, dragen nu heel subtiele oormerken, waardoor ze er veel natuurlijker uitzien.

Een opvallende verschijning zag ik naast de baan, een Europese hoornaar. Deze grote wespen, 3-4 cm, hebben een slechte naam, maar zijn eigenlijk niet lastig omdat ze niet geïnteresseerd zijn in zoetigheid, zoals de gewone ‘limonade’wesp, in de tuin en op terrasjes. De hoornaar zal wel reageren als je te dicht zijn nest komt. Een steek is behoorlijk pijnlijk, oppassen dus in de rough.

De hoornaar heeft vooral een slechte naam door de ook in Europa voorkomende exoot, de Aziatische hoornaar. Iets kleiner dan de Europese, met een iets gemenere steek. Zijn echte slechte eigenschap is dat hij bijen vreet, en daarmee de toch al zeldzame honingbij in gevaar brengt. Als ze een kast binnendringen, kunnen ze in enkele uren de populatie tot 30% reduceren. Ook hommels en andere bestuivers zijn mogelijk slachtoffer.

Een insect dat ik maar één keer heb waargenomen, na een tip van Marion Brouwer, is de St Jacobsvlinder – ‘met een goochelaarscape om’ – die maar korte tijd aanwezig is. Toen ik hem zag had ik geen camera bij me, maar Marion heeft hem dit jaar weer gezien en gefotografeerd. Een prachtige vlinder, eigenlijk een nachtvlinder, die ook overdag actief is. Zijn (haar?) voorstadium, de rups, is een wespachtig gekleurde en giftige rups. Deze zijn eerder op de baan waargenomen. Ook dat heeft Marion ooit vastgelegd.

Er is dus weer veel te zien op de baan dit seizoen, ten slotte een snorzweefvlieg op bloemetjes van het oranje havikskruid. Deze zweefvlieg is heel algemeen, met een recht en een snorvormig bandje op de rug. Hun larven eten bladluizen, zodat ze in beide stadia, larve en vlieg, nuttig zijn: tegen bladluizen, en als bestuiver. 

Dop Bär, met dank aan Marion en Andreas.